Veilig rijden

Rijden onder invloed

• Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,3 promille.
• Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.

Mobiel bellen

• Het is bestuurders van gemotoriseerde voertuigen verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
• Handsfree bellen is wel toegestaan.

Basisverkeersregels

• Bestuurders moeten links rijden en rechts inhalen.

Voorrang

• Bestuurders van links hebben voorrang.
• Bestuurders op de hoofdweg hebben voorrang. Een hoofdweg kan op een kruispunt als volgt worden herkend:
  • Op een hoofdweg loopt de witte of gele streep in het midden van de weg op het kruispunt door. De streep op de andere kruisende weg loopt niet door.
  • Als een van de kruisende wegen duidelijk breder is, dan wordt de bredere weg als hoofdweg beschouwd.
• Een bus die bij een halte wegrijdt, heeft voorrang.

Inhalen

• Een tram moet aan de linkerzijde worden ingehaald. Als er aan de linkerzijde niet voldoende ruimte is, en aan de rechterzijde wel, mag aan de rechterzijde worden ingehaald.
• Stilstaande trams mogen niet worden voorbijgereden als er passagiers in- en uitstappen, tenzij er een vluchtheuvel of andere vorm van safety zone (veiligheidszone) is. Als er geen passagiers in- of uitstappen, mag de tram voorzichtig worden gepasseerd, mits er een afstand van minstens 1,5 m wordt bewaard.
• Op wegen met drie of meer rijstroken in dezelfde rijrichting mag de meest rechtse strook alleen voor het inhalen worden gebruikt. De overige rijstroken kunnen naar goeddunken worden benut.
• Op de volgende plaatsen is inhalen verboden:
  • Tijdens een steile afdaling.
  • In een tunnel.
  • Binnen 30 m van een kruispunt en een voetgangers- of fietsoversteekplaats.

Verkeerslichten

• De verkeerslichten zijn horizontaal in plaats van verticaal, met van links naar rechts groen, oranje en rood.
• Een oranje verkeerslichtpijl bij een rood of oranje verkeerslicht geldt voor de tram.

Geluidssignalen

• Het geven van geluidssignalen is alleen toegestaan als er een direct gevaar voor een aanrijding bestaat en als een verkeersbord het vereist.
• Bij stilstand is het geven van geluidssignalen verboden.

Rijstroken en strepen op de weg

• Een witte doorgetrokken streep mag worden overschreden.
• Een gele streep in het midden van de weg of tussen twee rijstroken in dezelfde rijrichting mag niet overschreden worden. Hiervoor gelden echter de volgende uitzonderingen:
  • Bevindt deze gele streep zich links van het midden, dan mag het verkeer van de linkerrijstrook de streep niet overschrijden, maar dat van de rechterrijstrook wel.
  • Bevindt deze gele streep zich rechts van het midden, dan mag het verkeer van de linkerrijstrook de streep wel overschrijden, maar dat van de rechterrijstrook niet.
• Een gele letter X gevolgd door een gele U-vormige pijl op het wegdek betekent: 'Omkeren verboden'. Voorafgaand aan de X kan in gele cijfers een tijd zijn aangegeven, gedurende welke het verbod geldt.
• Is tussen twee rijstroken in dezelfde rijrichting een dubbele witte streep aangebracht, waarvan de linker onderbroken is en de rechter doorgetrokken, dan is de linkerrijstrook bestemd voor langzaam verkeer. Zijn beide strepen doorgetrokken, dan is het linkerweggedeelte voor voetgangers bestemd. Ander verkeer mag op deze stroken niet stoppen of parkeren. Is er slechts een enkele doorgetrokken witte streep, dan mogen voertuigen in de linkerstrook stoppen en parkeren.
• Een weggedeelte dat is gemarkeerd met diagonale witte strepen omgeven door een doorgetrokken gele lijn, mag niet worden bereden.
• Een wit weggedeelte omgeven door een gele streep duidt een safety zone aan die dient als vluchtheuvel voor voetgangers. Deze wordt tevens aangegeven met een vierkant blauw verkeersbord met een naar beneden wijzende witte pijl die lijkt op een letter V.
• Twee opeenvolgende witte ruiten (wybertjes) betekent: 'Pas op, voetgangersoversteekplaats.

Parkeren en stoppen

• Voertuigen mogen alleen aan de linkerkant van de weg worden geparkeerd. Op een eenrichtingsweg mag ook aan de rechterkant worden geparkeerd.
• Op wegen zonder trottoir of berm waar voetgangers van de rijweg zelf gebruik moeten maken, moet een ruimte van 0,5 m worden overgelaten.
• Parkeren is verboden langs een onderbroken gele streep aan de kant van de weg.
• Stoppen is verboden langs een doorgetrokken gele streep aan de kant van de weg.

Informatie

• Uitleg gevaarlijke verkeerssituaties: jaf.or.jp/e/risk_prediction (Engelstalig).

Tol

Op verschillende autowegen, met name bij de grote steden, moet tol betaald worden. Betalen kan zowel met contant geld, als via het elektronisch ETC-systeem (Electronic Toll Collection).

Wegennet

• Japan beschikt over een dicht net van snelwegen, hoofdwegen met vier rijstroken en secundaire tweebaanswegen. Deze verkeren allemaal in goede staat.
• Op het platteland is veel langzaam verkeer, maar ook daar zijn de wegen van redelijke kwaliteit.

Pechhulp

Voertuighulp

• Voor hulp langs de weg kun je terecht bij de JAF (Japan Automobile Federation)
• De JAF patrouilleert op de weg en biedt een 24 uurshulpdienst met servicestations.
• Langs de snelweg vind je noodtelefoons.
• Hulplijn: #8139 (noodtelefoon en eigen telefoon; je kunt ook het nummer 0570 00 8139 gebruiken).
• Volgens informatie van de JAF is 30 minuten wegenhulp en 5 km sleephulp kosteloos
• Als je bij een ongeluk betrokken raakt, moet je eerst de politie waarschuwen. Pas nadat deze alles opgenomen heeft kun je de JAF bellen.